Klein stukje rijden
Blijf op de hoogte en volg Albert en Patricia
06 Augustus 2012 | Noorwegen, Talvik
Het weer is opgeklaard en de zon piept er af en toe door. Twee plannen voor vandaag: een wandeling naar de canyon en een bezoek aan het museum. Eerst wandelen. De campingbaas heeft ons gisteren uitgelegd waar we heen moeten rijden om de 7 kilometer lange enkele reis naar de canyon te beginnen. Ook hier vinden we het landschap in al zijn uitgestrektheid en ruige leegte weer van onbeschrijfelijke schoonheid. Het pad begint breed, maar naarmate de route vordert wordt het een steeds grotere uitdaging de route te volgen. Markeringen zijn schaars en we mogen zelf uitzoeken hoe we drassige gebieden doorkruisen en rivieren oversteken. Uiteindelijk komen we , na een 300 meter lange steile afdaling, aan de bovenrand van de canyon. Helemaal afdalen is onmogelijk. De wanden zijn loodrecht en ruim 100 meter hoog. Een gammel hekje moet voorkomen dat we over de rand stappen. Wel zien we onderin de kloof een kajak en een tentje. Het is dus wel mogelijk daar te komen, dat moet toch ook prachtig zijn. Dit is de grootste kloof van Noord-Europa, die prima past in het beeld dat we hebben van de Amerikaanse Grand Canyon. Terug , weer 7 kilometer, gaat langs dezelfde route en vijf uur na het begin van onze wandeling zijn we terug bij de auto. Het loopt inmiddels tegen vijven en we rijden in een half uurtje naar Alta, vinden het museum en constateren tot onze verrassing dat het tot 20 uur open is. Dit museum is opgebouwd rond prehistorische rotstekeningen die hier gevonden zijn. Een van de UNESCO werelderfgoederen. Een drie kilometer lange wandeling voert ons langs de vindplaatsen en het Nederlandstalige gidsje geeft tekst en uitleg. Veel voorstellingen krijgen een religieuze/mythische uitleg over boven- en onderwereld en de symboliek die aan bepaalde afbeeldingen kan worden gehecht doet ons af en toe de wenkbrauwen fronsen. Hoe kom je aan een dergelijke interpretatie als de tekeningen tot 6000 jaar oud zijn en er geen enkele vorm van overlevering bekend is? Dat vertelt het gidsje niet. De tekeningen zijn bovendien pas in de afgelopen decennia blootgelegd, nadat ze bij toeval zijn gevonden. We zijn twee uur zoet, toch blij dat we dit hebben gezien, in en rond het museum en rijden tegen 19 uur Alta uit. De E6 leidt langs de Altafjord naar het westen, richting Tromsø. We willen een uurtje, hooguit anderhalf, rijden en dan ergens langs een zijweg gaan staan. Zijwegen zijn er niet. Uiteindelijk vinden we een kleine weg, naar het dorpje Lökelfjord, die voorzien is van kleine parkeerhavens. Niet ideaal. Een bord langs de weg verwijst naar een visgelegenheid en er staat een afbeelding van een camper bij. Als we naar de steiger afdraaien is het eerste wat we zien twee campers met Nederlandse kentekens. Het blijkt een gezin uit Soest te zijn met de bijbehorende opa en oma. We worden snel wegwijs gemaakt in de gang van zaken op deze ‘camping’. Alles is er. Douche, toilet, keuken, stookhut en natuurlijk een steiger met visschoonmaakbak. De Nederlandse familie komt hier vaker en heeft maar één doel: zo veel mogelijk vis vangen en met een goed gevulde vriezer (ongeveer 30 kilo kabeljauwfilet) na twee weken huiswaarts keren. Het zijn gezellige kletsers, maar gelukkig niet opdringerig.
We staan op een klein parkeerplaatsje met uitzicht op de meest zuidelijke gletsjer van Noorwegen die in zee uitmondt, de Öksfjordgletsjer. Het klinkt saai en afgezaagd, maar het is hier weer eens prachtig.